Besluit van de Vlaamse Minister Vera Dua 

VLAAMSE GEMEENSCHAP

AMV/00068637/1002

BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU EN LANDBOUW HOUDENDE UITSPRAAK OVER DE BEROEPE:N AANGETEKEND TEGEN DE BESLISSING NR. D/A38/99G22/26654 VAN 1 FEBRUARI 2000 VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD VAN VLAAMS BRABANT HOUDENDE HET VERLENEN VAN DE VERGUNNING AAN BRUSSELS INTERNATIONAL AIRRORT COMPANY (BIAC), VOORUITGANGSTRAAT 80, BUS 2, 1030 BRUSSEL, OM EEN VLIEGHAVEN TE EXPLOITEREN, GELEGEN TE 1930 ZAVENTEM, LUCHTHAVEN BRUSSEL NATIONAAL

De V1aamse minister van Leefmi1ieu en Landbouw,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de mi1ieuvergunning, zoa1s gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 21 oktober 1997 en 18 mei 1999;

Gelet op het bes1uit van 6 februari 1991 van de V1aamse regering houdende vastste11ing van het V1aams Reglement betreffende de Milieuvergunning, gewijzigd bij de bes1uiten van de Vlaamse regering van 27 februari 1992, 28 oktober 1992, 27 apri1 1994, 0l juni 1995, 26 juni 1996, 22 oktober 1996, 12 januari 1999 en bet decreet van 18 mei 1999;

Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de V1aamse regering houdende a1gemene en sectora1e bepa1ingen inzake mi1ieuhygiëne; zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 06 september 1995, 26 juni 1996, 03 juni 1997, 17 december 1997 (twee besluiten), 24 maart 1998, 06 oktober 1998, 19 januari 1999 en 3 maart 2000;

- 2 -

AMV/68637/1002

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepa1ing van de bevoegdheden van de leden van de V1aarnse regering;

Gelet op de ontvanke1ijk bevonden beroepen van

  1. Prof Dr. D. B1ockmans, Rode Beukendreef 11, 1930 Nossegem

  2. Dokter en Mevrouw Char1es Verwaest, ‘t Ve1deke 43, 1970 Wezembeek-Oppem,

  3. Ward Lernout, Waalsebaan 73, 3080 Tervuren,

  4. Jean-Michel Fouarge, Beekstraat 44, 1970 Wezembeek-Oppem,

  5. Jo Van Durme, Beekstraat 18, 1970 Wezembeek-Oppern

  6. Buurtcomité "Een Leefbare Woonomgeving", Toekomststraat 72, 1930 Zaventem,

  7. Roger De Cleen, Akker 12, 1930 Nossegem,

  8. Lieve Lebegge, Dupontstraat 15, 1930 Nossegem

  9. Jean-Pau1 Martens, Dupontstraat 15, 1930 Nosseqem,

  10. Johan Brusseleers Akker 13, 1930 Nossegem,

  11. College van Burgemeester en Schepenen van Wezembeek-0ppem,

  12. Marie-Anne Ge1sing-Hi1d, Made1iefjes1aan 15, 3080 Tervuren,

  13. Albert Tollenaere, Baron d'Huartlaan 176, 1950 Kraainem,

  14. Els Ronsmans, Panorama1aan 16, 3080 Tervuren,

  15. V Schoenmaeckers, J-B. De Keyzerstraat 49, 1970 Wezembeek-Oppem,

  16. An Devos, Dereymaekerlaan 53, 3080 Tervuren,

  17. Martine Brasseur, Vosberg 26, 1970 Wezembeek-Oppem,

  18. Mark De Smedt, Voerhoek 29, 3080 Tervuren,

  19. Pierre De Groote, Hertogweg 45, 1970 Wezembeek-Oppem,

  20. Bond Beter Leefmi1ieu Vlaanderen vzw, Tweekerkenstraat 47, 1000 Brussel,

  21. Guido Sinnesael, Bleuckeveldlaan 19, 3080 Tervuren,

  22. Xavier Jacque, Dallaan 29, 1933 Sterrebeek,

  23. Maria Francisca Lambrecht - Bon de Sousa Pernes,

  24. J A. Mangez, Drieshof 5, 1970 Wezembeek,

  25. Marc Servotte, Museumlaan 95, Tervuren,

  26. Sterrebeek 2000 vzw, J. Lagaelaan 9, 1933 5terrebeek,

  27. L. De Brabander, E. Hanssens1aan 19, 3080 Tervuren,

  28. Kris Pierreux namens 7 andere beroepsindieners, Spoorwegstraat, 1930 Zaventem,

aangetekend tegen de beslissing nr D/A38/99G22/26654 van 1 februari 2000 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Vlaams Brabant houdende het verlenen van de vergunning voor een vergunningstermijn verstrijkend op 1 februari 2005 aan Brussels International Airport Company (BIAC), Vooruitgangstraat 80, bus 2, 1030 Brussel, om een vlieghaven te

-3-

AMV/68637/1002

Exploiteren, ge1egen te Luchthaven Brussel Nationaal, 1930 Zaventem, kadastrale percelen,

Gemeente

afdeling

Sectie

Perceelnummers

Machelen

2

A1

A2

9t2, 45c, 13/4a (deel), 12e, 45g (deel), 43f, 45d(deel), 45f(deel)

163b

Zaventem

1

A1

A2

A3

46z4, 46g4, 46g, 46/5, 46c (deel)

46p5(deel), 46a5 (deel), 46g5(deel), 46c2 (deel) 46d2 (deel), 46e2 (deel), 46f2 (deel)

170b, 170e (deel), 170f (deel), 170g (deel), 170h (deel), l70k (deel) 1701 (deel),170m (deel), 170d (deel), 170c (deel)

Steenokker

zeel

1

2

C1

D1

E2

A2

112A

103a, 813 (deel), 15a (deel), 16g (deel), 4a2 (deel>, 89a (deel), 55a (deel), 95a (deel), 53e(deel)

633a (deel), 33a, 666a(deel), 648b (deel), 648c (deel), 584a(deel), 585a (deel), 555a (deel), 130a, 56a (deel), 37a (deel)

1851 (deel), 185k (dee1), 175h (deel), 174f (deel), 231a (deel), 233a (deel), 192e (deel), 273h (deel), 274g (deel), 229a (deel), 192b, 223a (deel), 268h (deel), 272e, 277e, 277f, 192g, 278c, 278b, 192f, 246c, 279b, 280b, 247a (deel), 246b

Gelet op het attest bedoeld in artikel 31, § 3 van titel I van het VLAREM waaruit blijkt dat de voormelde beroepen beslissing werd bekendgemaakt door aanplakking vanaf 7 maart 2000;

- 4-

AMV/68637/1002

Gelet op het feit dat voormelde beroepen werden ontvangen op 30 en 31 maart 2000, 3, 4, 5, 6 en 7 april 2000 en ontvankelijk werden bevonden op 11 en 21 april 2000 en 2, 4 en 8 mei 2000,

Gelet op het feit dat voormelde beroepsindieners de volgende aanspraken en bezwaren doen gelden:

  1. de vliegtuigen veroorzaken geluidshinder. in Zaventem en de omliggende gemeenten tot 95 dB (A) gedurende de nacht;

  2. luchtvaarttoestellen zijn te beschouwen als.machines., dus de gegevens en emissies van elk toestel moeten vermeld worden;

  3. de indirecte lozing in het grondwater van kerosine wordt niet weergegeven;

  4. de aanvraag vermeldt niet welke maatregelen BIAC neemt om de levenskwaliteit te verbeteren;

  5. er is nog geen geluidsquotasysteem bij ministerieel besluit vastgelegd;

  6. er is voor deze aanvraag een MER vereist;

  7. er moet ook advies gevraagd worden aan de gemeenten waarvan de woonzones gelegen zijn onder de aanvlieg- en opstijgroutes. van de luchthaven;

  8. er moet overleg gepleegd worden met de omwonenden,

  9. er moet een geluidswal ten noorden van de luchthaven in de richting van Nossegem en Sterrebeek aangelegd worden;

  10. alleen de meest moderne vliegtuigen. (Geluidsquotum GB=1) mogen toegelaten worden tijdens de nacht;

  11. het aantal bewegingen moet worden ingeperkt;

  12. de vergunning moet haar doelstellingen verwoorden in termen van gewenste contourgebieden en van percentage sterk gehinderd en;

  13. er worden geen duidelijke doelstellingen opgelegd aan het milieubeleidsplan;

  14. de geluidspieken maken de omwonenden wakker niet de gemiddelden;

  15. er is gevaar voor een mogelijke crash;

  16. het proefdraaien is het meest hinderlijke van alle geluidsoverlast en dat gebeurt op alle momenten van de dag en de nacht;

  17. er hangt een kerosinelucht;

  18. het luchthavenverkeer veroorzaakt trillingen;

  19. de bekendmaking van deze beslissing gebeurde minimaal en niet in de deelgemeenten van Zaventem; in een aantal omliggende gemeenten: werd niets bekendgemaakt;

- 5-

AMV/68637/1002

  • het aantal bewegingen van 25000 moet drastisch verminderd worden;

  • de mensen hebben slaaptekort en andere gezondheidsproblemen door de geluidshinder;

  • er is ook geen sprake van alternerende vliegroutes zodat elke nacht dezelfde mensen getroffen worden;

  • het openbaar Onderzoek werd maar publiek gemaakt te Zaventem; dit onderzoek is veel te beperkt en niet in overeenstemming met het regeerakkoord van 11 februari jl;

  • het recht op werk bij DHL mag niet ten koste gaan van de nachtrust;

  • er moet een geluidsquotum per beweging worden opgelegd; een geluidsquotum 12 geeft nog pieken met meer dan 80 dB (A) en dat is veel meer dan de grenswaarden van 45 dB (A) van de Wereldgezondheidsorganisatie

  • er moeten duidelijke maximumnormen opgelegd worden;

  • Gelet op het horen op 29 mei 2000 door de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie van de aanvrager, die bij dit horen inzonderheid de volgende argumenten ontwikkelt en een toelichtende. nota overhandigt

  • er is een toenemend luchtverkeer en een lichte stijging van de nachtvluchten;

  • in de geluidscontourzone Laeq,N 55 dB (A) woonden in 1998. 33.5OO inwoners;

  • er was een. regeringsoverleg waarbij het geluid per beweging en het globaal geluid per seizoen moet verminderd worden; spreiding van de last en. opvangen van de overblijvende last; de vliegprocedures moeten verbeterd worden; de communicaties moeten open en doeltreffend zijn; er is een tariefstructuur tot. aanmoediging van vlootmodernisatie;

  • er werden in . 1998 ruim 100 schriftelijke klachten geregistreerd. van de omwonenden;

  • het aantal nachtvluchten wordt beperkt; een beperkt aantal vliegtuigen wordt toegelaten te wachten;

  • de geluidswallen. worden afgewerkt; men betaalt meer voor een nachtvlucht en lawaaierige vliegtuigen betalen eveneens meer; de inkomsten worden gestopt in een fonds voor geluidsisolatie;

  • per beweging wordt het lawaai beperkt via een geluidsquotasysteem; het globale geluidsquotasysteem zou tot 70 % moeten verminderen tegen 2003;

  • de toestellen moeten gemoderniseerd worden;

  • de vliegtuigen van chapter 2 worden verboden;

- 6 -

AMV/68637/1002d

  • de dichtbevolkte gebieden in het Brussels Gewest moeten vermeden worden:

  • er is een federale werkgroep die het aantal mensen binnen de geluidszones trachten te beperken; de start en landingsbanen kunnen alternerend gebruikt worden, er kan gedacht worden aan onteigening en geluidsisolatie van de gehinderden;

  • er kunnen maatregelen van ruimtelijke ordening genomen worden;

  • in de bestreden beslissing staan een aantal voorwaarden ter beperking van de geluidshinder;

  • intern zijn er een aantal projecten opgestart ter beheersing van de geluidshinder;

  • er zijn 15 meetposten en 1 mobiele meetpost op verschillende afstanden;

  • de geluidscontouren fluctueren van jaar tot jaar volgens de wisselende windrichtingen;

  • de geluidscontouren zijn groter tijdens de dag dan tijdens de nacht;

Gelet op. het horen op 29 mei 2000 door de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie van Mevrouw Gisela Vindevogel, gespecialiseerd in de geluidsproblematiek veroorzaakt door luchthavens en ambtenaar van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van de. administratie Milieu-, Natuur- Land- en Waterbeheer van het departement Leefmi1ieu en Infrastructuur, die hierbij het subadvies van de afdeling Algemeen Milieu en Natuurbeleid van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur overhandigt en volgende toelichting geeft

  • de voorwaarden van het federaal akkoord en het bestreden besluit worden herhaald;

  • Laeq betreft het gemiddeld geluidsniveau van meerdere vliegtuigen, terwijl Lamax en SEL het geluidsniveau van 1 overvlucht weergeven;

  • voor de omwonenden is lawaai van de luchthaven een belasting zowel overdag als 's nachts met slaapverstoring;

  • de belangrijkste klachten hebben verband met slaapverstoring; hiernaar zijn een aantal onderzoeken gedaan; in 1997 heeft het Federal Interagency Committee on Aviation Noise (FICAN) in de 9.5. een overzichtsrapport gepubliceerd, waarin de laatste bevindingen werden verwerkt van onderzoeken te velde (door o.a. Fidell, Pearsons, Finegold en Ollerhead);

  • FICAN beveelt hierin een nieuwe curve aan voor de dosis-effect relatie voor ontwaakreacties: Percentage ontwaakreacties = 0,0087*(SEL -30)1,79; de FICAN - curve geeft

  • - 7-

    AMV/68637/l002

    de bovenlimiet van de gegevens uit de onderzoeken en is dus een voorspelling voor het 'maximum percentage van de blootgestelde bevolking dat wordt gewekt’; bovendien hebben de resultaten alleen betrekking op volwassenen en op situaties in woningen (geen kampeerterreinen e.d ; dat enkele cijferwaarden die volgen uit de relatie, de volgende zijn b.v.: voor 51, 56, 61, 65 en 81 SEL (in de slaapkamer) in dBA staan daar respectievelijk tegenover 2, 3, 4, 5 en 10 max. % ontwakingen;

  • uitgaande van een basisisolatie van 25 dbA (eenvoudige woning zonder speciale isolatie) en van een maximum percentage ontwakingen van 5 % brengt dit ons tot een maximum immissiewaarde buiten van Sound Exposure Level (SEL) =90 db(A) per overvlucht) een hanteerbare immissielimiet zou dan ook kunnen zijn: tijdens de nacht (23u-06u) moet voor elke overvlucht SEL < 90dB(A); deze immissielimiet is van toepassing buiten een (nacht)zone die de geluidscontour =55 4BA omhult; deze geluidscontour zal, ingevolge het Federaal akkoord van februari jongstleden, tegen 2003 verkleinen;

  • naast de hogergenoemde immissielimiet zouden de hiernavolgende eisen kunnen opgenomen worden;

  • jaarlijks dienen de contouren zoals voorgeschreven in Vlarem berekend te worden voor het voorbije jaar (LDN, Laeq,dag, Laeq,nacht

  • tegen 0l juni 2003 moet de nachtcontour van 55 db(A) gehalveerd worden t.o.v. de situatie in 1998 (max. 17.000 inwoners t.o.v. 33.339 in 1998);

  • tegen 01 januari 2001 dient een betrouwbare prognose gemaakt van de Laeq,nacht, -contour die tegen 01juni 2003 wordt voorzien (op basis van nieuwe vliegprocedures)

  • BIAC installeert een overlegcommissie waarin ondermeer omwonenden en omliggende gemeenten zijn vertegenwoordigd, de meetgegevens van het geluidsmeetnet worden ter beschikking gesteld van de omwonenden;

  • per kwartaal worden de vluchtgerelateerde geluidsgegevens van het geluidsmeetnet van BIAC geleverd (ook aan AMINABEL);

  • een maximum van 25.000 nachtbewegingen per jaar blijft gehandhaafd

  • op de grens van de toekomstige 55 db(A)-nachtzone zijn vanaf 31 december 2003 bijkomende meetposten voorzien die toelaten de gestelde eisen te controleren (minstens één per aanvlieg- en/of opstijgingroute)

Gelet op het besluit nr. D/A38/99G22/26654/A45 van 16 maart 2000 van de bestendige deputatie van de provincieraad van

- 8-

AMV/6863711002

Vlaams-Brabant, houdende ambtshalve Wijziging van de exploitatievoorwaarden opgelegd in het besluit van de bestendige deputatie van 1 februari 2000, nr D/A38/99G22/26654, houdende verlenen van vergunning aan de NV Brussels International Airport Company (BIAC), Vooruitgang straat 80 busnr 2 te 1030 Brussel; om een vlieghaven gelegen Luchthaven Brussel-Nationaal te 1930 Zaventem te exploiteren;

Gelet op het gunstige advies van 11 mei 2000 van de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement. Leefmilieu en infrastructuur;

Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 25. mei 2000 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;

Gelet op het voorwaardelijk gunstige verslag van 30 mei 2000 van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van de administratie Milieu-., Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur aan de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, Natuur, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur

Gelet op het advies van. 29 mei 2090 van de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie;

Gelet. op de ligging van de inrichting in een zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse vastgesteld bij koninklijk besluit van 7 maart 1977;

Overwegende dat vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met de toepasselijke ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften.;

- 9-

AMV/68637/1002

Overwegende dat onderhavig beroep betrekking heeft op het verlenen door de bestendige deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant van de vergunning bij wijze van aktename voor een termijn van 5 jaar overeenkomstig artikel 38 van titel I van het VLAREM voor de exploitatie van een vliegveld, zijnde een inrichting die na wijziging of aanvulling van de indelingslijst vergunningsplichtig is geworden; dat het in casu gaat over de nationale luchthaven van Zaventem waarvan het beheer en de exploitatie tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort; dat ter zake het evenredigheidsbeginsel, bedoeld in artikel 5.57.2.1, §2 van titel II van het VLAREM geldt;

Overwegende dat de beroepen hier vooral betrekking hebben op de geluidshinder tijdens de nachturen en het daaruit voortvloeiende slaaptekort van de omwonenden; dat de beroepsindieners vragen om geluidsnormen voor de exploitatie van het vliegveld te Zaventem;

dat aangaande de problemen van slaapverstoring een aantal onderzoeken is gedaan; dat met name in 1997 het Federal Interagency Committee on Aviation Noise (FICAN) in de V.s, een overzichtsrapport heeft gepubliceerd, waarin de laatste bevindingen werden verwerkt van onderzoeken te velde (door. o.a. Fidell, Pearsons, Finegold en Ollerhead); dat mede in het licht hiervan enkele relevante begrippen (o.m. SEL-waarde Sound Exposure Level) zijn gedefinieerd in artikel 5.57.1.2 van titel II van het VLAREM; dat FICAN een curve aanbeveelt voor de. "dosis-effect"-relatie voor ontwaakreacties: Percentage ontwaakreacties = 0,0087* (SEL - 30) 1,79; dat de FICAN-cnrve de bovenlimiet van de gegevens geeft uit de onderzoeken en dus een voorspelling is voor het 'maximum percentage van de blootgestelde bevolking dat wordt gewekt'; dat bovendien de resultaten alleen betrekking hebben op volwassenen en op situaties in woningen (geen kampeerterreinen e.d.); dat enkele cijferwaarden, die volgen uit de relatie, de volgende zijn: tegenover 51, 56, 61., 65 en 81 SEL (in de slaapkamer) uitgedrukt in db(A) staan respectievelijk 2, 3, 4, 5 en 10 max. % ontwakingen;

dat uitgaande van een basisisolatie van 25 db(A) (eenvoudige woning zonder speciale isolatie) en van een toelaatbaar maximumpercentage ontwakingen van 5 % dit leidt tot een aanvaardbare maximum SEL-waarde buiten van 90 db(A) (per overvlucht);

- 10

AMV/6.8637/1002

Overwegende dat in artikel 5.57.1.2. van titel II van het VLAREM drie soorten geluidscontouren zijn voorzien, met name:

  • de LDN-geluidscontouren potentieel ter bepaling van het aantal sterk gehinderden;

  • de Laeq,dag-geluidscontouren als maatstaf voor de geluidsbelasting overdag, waarbij als dag de periode van 6 tot 23 uur wordt beschouwd;

  • de Laeq,nacht-geluidscontouren als maatstaf voor de geluidsbelasting ’s nachts, waarbij als nacht de periode van 23 tot 6 uur wordt beschouwd;

Overwegende dat -zoals in een vorige overweging reeds werd uiteengezet - met het oog op het waarborgen van de nachtrust voor de omwonenden gedurende de periode van 23 tot 6 uur een maximum SEL-waarde in openlucht van 90 dB (A) dient te worden gehanteerd; dat voor de hinderervaring daarnaast evenwel ook nog de geluidsbelasting Laeq-nacht als bedoeld in artikel 5.57.1.2., § 1, 3° van titel II van het VLAREM relevant blijft; dat op basis van de huidig gekende benadering aangenomen kan worden dat de geluidsbelasting ‘s nachts toelaatbaar is wanneer Laeq-nacht tot maximum 55 dB (A) wordt beperkt; dat buiten de Laeq,nachtcontour van 55 dB (A) op basis van 1998 een SEL-waarde geldt van 90 dB (A) voor de courant gebruikte runways (zijnde die in westelijke of zuidelijke richting : 20, 25R en 25L); dat hiervoor wel een overgangsperiode tot 1 januari 2002 wordt toegestaan;

dat het hier evenwel gaat om een bestaande inrichting waarvoor bovendien het evenredigheidsbeginsel, bedoeld in artikel 5.57.2.1., § 2 van titel II van het VLAREM. moet worden geëerbiedigd; dat bij wijze van overgangsregeling dan ook een zone moet worden geduld waarbinnen de jaargemidde1de geluidsbelasting Laeq,nacht ,bedoeld in artikel 5.57.1.2., § 1, 3° van titel II van het VLAREM, meer bedraagt dan 55dB (A);

Overwegende dat het federaal akkoord van 11 februari 2000 stelt dat het aantal inwoners dat blootgesteld is.aan een geluidsniveau Laeq,nacht van 55 dB (A) gehalveerd dient te worden tegen de zomer van 2003 (t.o.v. referentiejaar 1998); dat deze geluidscontour de komende jaren aan sterke veranderingen onderhevig zal zijn (o.i.v. de federale werkgroep die zich over de vluchtprocedures buigt); dat door de wijzigingen van de Laeq,nacht-contour de toepasbaarheid van de SEL-norm evenzeer verandert; dat een koppeling van de SEL-norm aan de Laeq,nacht-norm daarom als een tijdelijke maatregel dient te worden

- 11 -

AMV/68637/1002

beschouwd, in afwachting van een meer fundamentele en duurzame normering;

Overwegende dat, met het oog op het tot vanuit gezondheidszorg aanvaardbare proporties terugbrengen van de nachtelijke overlast voor de omwonenden, de exploitant een haalbaarheidsstudie dient uit te voeren inzake het continu kunnen garanderen gedurende de nacht van een maximale SEL-waarde van 80 dB(A) buiten tegen het einde van de vergunningsperiode of anderszins de haalbaarheid van een SEL-waarde van 55 dB (A) binnen gedurende de nachtperiode; deze Waarde is gebaseerd op de door de Wereldgezondheidsorganisatie vooropgestelde LAmax-waarde (in de slaapkamer) van 45 dB (A), en waarbij een basisisolatie van 25 dB(A) wordt aangenomen;

dat deze haalbaarheidsstudie tevens de mogelijkheden dient na te gaan voor het volledig uitbannen van vliegtuigen met een geluidsquotum QC per event van meer aan 3 tegen het eind van de vergunningsperiode; dat uit onderzoek immers is gebleken dat een dergelijke omschakeling leidt tot het goed kunnen réspecteren van een SEL-norm vastgelegd op 90 dB (A) buiten de huidige Laeq,nacht-contour van 55 dB (A);

Overwegende dat het, met het oog op de daadwerkelijke sanering van de huidige geluidsoverbelasting gedurende de nacht periode van 23 tot 6 uur het noodzakelijk is concrete doelstellingen op te leggen die te behalen zijn binnen een welbepaalde termijn;

dat aldus kan vooropgesteld worden dat tegen 01 juni 2003 de LAeq,nacht-geluidscontour van 55 dB (A) minstens moet gehalveerd worden wat het aantal inwoners betreft t.o.v. de referentiesituatie in 1998, met name nog maximum 17.000 inwoners t.o.v. 33.339 in 1998;

Overwegende dat het voor een opvolging van de noodzakelijke sanering noodzakelijk is dat de geluidscontouren en het aantal potentieel sterk gehinderden, zoals bedoeld in artikel 5.57.1.2. van titel II van het VLAREM, jaarlijks berekend worden (LDN, LAeq,dag, LAeq,nacht) ;

dat er een Europese Richtlijn in de maak is inzake harmonisatie van de beoordelingscriteria voor o.m. vliegtuiglawaai; dat er twee nieuwe beoordelingscriteria door Europa zijn uitgewerkt, zijnde en Lden en Lnight (ontwerp EU-richtlijn over omgevingslawaai):

-12-

AMV/68637/1002

Lden = 10lg 1/24( 12 * 10 Lday/10 + 4*10 Levening +S/10 + 8*10 Lnight+10/10)

waarin

  • Lday het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 1987,bepaald over alle dagperiodes van een jaar;

  • Levening het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2: 1987, bepaald over alle avondperiodes van een jaar;

  • Lnight het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2: 1987, bepaald over alle nachtperiodes van een jaar;

  • de standaardwaarden voor dag, avond en nacht zijn 7.00 - 19.00 uur, 19.00-23.00 uur en 23.00 - 7.30 uur plaatselijke tijd

dat het aangewezen is dat vanaf 2002, dus gebaseerd op de gegevens van 2001, de geluidscontouren eveneens (bijkomend) berekend worden in de grootheden Lden en Lnight;

Overwegende dat vanuit een "stand-still"-benadering een maximum van 25.000 nachtbewegingen per jaar moet worden gehandhaafd, vermits het aantal events evengoed gerelateerd is aan de door de omwonenden ervaren hinder en gebrek aan akoestisch comfort; dat deze zienswijze, gestaafd wordt door de World Health Organisation; dat de WHO letterlijk als aanbeveling geeft : "To avoid sleep disturbance, guidelines for community noise levels should be expressed. in terms of equivalent sound pressure levels, as well as LAmax/SEL and the number of noise events"

Overwegende dat het eveneens aangewezen is een stand-still na te streven van het aantal nachtelijke opstijgingen t.o.v. 1999, vermits deze voor een grotere geluidsoverlast zorgen dan landingen;

Overwegende dat er momenteel in de schoot van de federale werkgroep PROBRU een regeling uitgewerkt wordt qua vluchtprocedures teneinde de hinder 's nachts tot een minimum te beperken; dat het opportuun is om nu reeds te anticiperen op beslissingen van deze werkgroep; dat de exploitant, vier maand na het in voege treden van de regeringsbeslissing

- 13 -

AMV/68637/1002

dienaangaande, een saneringsplan dient voor te leggen om de eventueel toegenomen hinder in bepaalde gebieden op te vangen; Overwegende dat op de grens van de toekomstige 55 dB (A)-nachtzone vanaf 31 december 2003 bijkomende meetposten dienen te worden voorzien, die toelaten de gestelde eisen te controleren minstens een bijkomende post per aanvlieg- en/of opstijgingroute);

Overwegende dat tenslotte enkele materiële fouten in de beslissingen van de bestendige deputatie dienen rechtgezet; dat het gaat om.een afstemming met de bepalingen van het federaal akkoord : met name inzake

  • het maximaal geluidsquotum per beweging wordt vastgesteld op 12 vanaf 1 januari 2003 (i.p.v. 1 maart 2003)

  • vermindering van het seizoennachtquotum voor opstijgen tegen de zomer 2003 met 30 % t.o.v. de zomer 1999 (i.p.v. 20 %)

  • vermindering van het seizoennachtquotum voor opstijgen tegen de winter 2003/4 met 30 % t.o.v de winter 1999/2000 (i.p.v. 20 %)

Overwegende dat de aanspraken en bezwaren aangehaald door de beroepsindieners als volgt kunnen worden geëvalueerd

  • luchtvaarttoestellen zijn niet te beschouwen als productiemachines en het vliegveld is in zijn geheel vergunningsplichtig conform rubriek. 57.1. van bijlage I van titel I van het Vlarem zodat het niet de bedoeling is om deze luchtvaarttoestellen te beschrijven in een vergunningsaanvraag;

  • de indirecte lozing van kerosine in het grondwater wordt niet aangevraagd door de exploitant; BIAC geeft wel in algemene zin aan welke maatregelen zij neemt om de milieunormen te respecteren;

  • voor de milieuvergunningsaanvraag van een bestaand vliegveld moet geen MER worden bijgevoegd;

  • conform artikel 38 van titel I van het Vlarern moeten de burgemeesters van de gemeenten op wiens grondgebied de hinderlijke inrichting is gelegen, advies geven aan de bestendige deputatie; conform artikel 16, §2 van het Milieuvergunningsdecreet en artikel 38 van titel I van het VLAREM moet in het kader van de van toepassing zijnde procedure geen openbaar onderzoek worden ingesteld;

  • volgens artikel 5.57.1.1, §2 van titel I van het Vlarem zijn, tenzij anders bepaald in de milieuvergunning, de bepalingen van hoofdstuk 4.5. niet van toepassing op de inrichtingen bedoeld in rubriek 57 van de indelingslijst;

- 14 -

AMV/68637/1002

  • de problematiek van de geluidshinder is reeds voldoende

geëvalueerd in voorgaande overwegingen;

Overwegende dat in het licht van de voorgaande overwegingen zich een aanvulling of correctie opdringt van de bijzondere vergunningsvoorwaarden van het bestreden besluit, zoals gewijzigd in hogergenoemd besluit van 16 maart 2000; dat de vergunningsvoorwaarden samen met de aangespaste bijzondere vergunningsvoorwaarden van die aard zijn dat de exploitatie van het vliegveld onder aanvaardbare omstandigheden kan verlopen;

Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, mits naleving van de aangepaste milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt;

Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de beroepen gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestreden beslissing te wijzigen;

15 -

AMV/68637/1002

B E S L U I T

Artikel 1. De ontvankelijk bevonden beroepen van

  • Prof- Dr. D. Blockmans, Rode Beukendreef 11, 1930 Nossegern
  • Dokter en Mevrouw Charles Verwaest, 't Veldeke 43 1970 Wezembeek-Oppem,
  • Ward Lernout, Waa1sebaan 73, 3080 Tervuren,
  • Jean-Michel Fouarge, Beekstraat 44, 1970 Wezembeek Oppem,
  • Jo Van Durme Beekstraat 1911970 Wezembeek Oppem,
  • Buurtcomité "Een Leefbare Woonomgeving" Toekomststraat 72, 1930 Zaventem,
  • Roger De Cleen, Akker 12, 1930 Nossegem,
  • Lieve Lebegge, Dupontstraat 15, 1930 Nossegem,
  • Jean-Paul Martens, Dupontstraat 15 1930 Nossegem,
  • Johan Brusseleers, Akker 13, 1930 Nossegern,
  • College van Burgemeester en Schepenen van Wezembeek Qppern,
  • Marie-Anne Gelsing-Hild, Madeliefieslaan 15, B 3080 Tervuren,
  • Albert Tollenaare, Baron d'Huartlaan 176,. 1950 Kraainem,
  • E1s Ronsmans , Panoramalaan 16, 3080 Tervuren,
  • V. Schoenmaeckers, J.B. De Keyzerstraat 49, 1970 WezembeekOppem,
  • An Devos, Dereymaekerlaan 53, 3080 Tervuren,
  • Martine Brasseur, Vosberg 26, 1970 Wezembeek Oppem,
  • Mark De Smedt, Voerhoek 29, 3080 Tervuren,
  • Pierre De Groote, Hertogweg 45, 1970 Wezembeek Oppern,
  • Bond Beter Leefmilien Vlaanderen vzw, Tweekerkenstraat 47, 1000 Brussel,
  • Guido Sinnesaci, B~uckeveldlaan 19, 3060 Tervuren,
  • Xavier Jacque, Dallaan 29, 1933 Sterrebeek,
  • Maria Francisca Lambrecht -Bon de Sousa Pernes,
  • J. A. Mangez, Drieshof 5, 1970 Wezembeek,
  • Marc Servotte, Museurnlaan 95, Tervuren,
  • Sterrebeek 2000 vzw, J. Lagaelaan 9, 1933 Sterrebeek,
  • L. De Brabander, E. Hanssenslaan 19, 3080 Tervuren,
  • Kris Pierreux namens 7 andere beroepsindieners,
  • Spoorwegstraat 7, 1930 Zaventem,

aangetekend tegen de beslissing nr. D/A38/99G22/26654 van 1 februari 2000 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Vlaams Brabant houdende het verlenen van de vergunning voor een vergunningstermijn verstrijkend op 1 februari 2005 aan Brussels International Airport Company (BIAC), Vooruitgangstraat 80, bus 2, 1030 Brussel, om een vlieghaven te exploiteren, gelegen te Luchthaven Brussel Nationaal, 1930 Zaventem, kadastrale percelen:

- 16 -

 

 

Gemeente

afdeling

Sectie

Perceelnummers

Machelen

2

A1

A2

9t2, 45c, 13/4a (deel), 12e, 45g (deel), 43f, 45d(deel), 45f(deel)

163b

Zaventem

1

A1

A2

A3

46z4, 46g4, 46g, 46/5, 46c (deel)

46p5(deel), 46a5 (deel), 46g5(deel), 46c2 (deel) 46d2 (deel), 46e2 <deel>, 46f2 (deel)

170b, 170e (deel), 170f (deel), 170g (deel), 170h (deel), l70k (deel) 1701 (deel),170m (deel), 170d <deel>, 170c (deel)

Steenokker

zeel

1

2

C1

D1

E2

A2

112A

103a, 813 (deel), 15a (deel), 16g (deel), 4a2 (deel), 89a (deel), 55a (deel), 95a (deel), 53e(deel)

633a (deel), 33a, 666a(deel), 648b (deel), 648c (deel), 584a(deel), 585a (deel), 555a (deel), 130a, 56a (deel), 37a (deel)

1851 (deel), 185k (dee1), 175h (deel>, 174f (deel), 231a (deel), 233a (deel), 192e (deel), 273h (deel), 274g (deel), 229a (deel), 192b, 223a (deel), 268h (deel), 272e, 277e, 277f, 192g, 278c, 278b, 192f, 246c, 279b, 280b, 247a (deel), 246b

worden gedeeltelijk.gegrond verklaard.

Art. 2. De bestreden beslissing nr D/A38/99022/26654 van 1 februari 2000 van de bestendige.deputatie van de provincieraad van Vlaams Brabant, bedoeld in artikel 1, houdende het verlenen van de vergunning voor een vergunningstermijn verstrijkend op 1 februari 2005 aan Brussels InternationaL Airport Company (BIAC), Vooruitgangstraat 80, bus 2, 1030 Brussel, om een vlieghaven te exploiteren, gelegen te Luchthaven Brussel Nationaal, 1930 Zaventem, zoals ambtshalve gewijzigd bij

- 17

AMV/68637/1002

besluit nr. D/A38/99G22/26654/A45 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant Van 16 maart 2000,

wordt gewijzigd als volgt :

in artikel 4, § 2 (bijzondere vergunningsvoorwaarden) wordt het artikel 2, In (nachtlawaai) vervangen door wat volgt :

II. Nachtlawaai

definitie "beweging" zowel het vertrek als de aankomst van een vliegtuig

1.Voor het nachtlawaai wordt een geluidsquotum opgelegd. Dit is de maximum hoeveelheid lawaai die ’s nachts is toegelaten op de luchthaven. Het geluidsquotum wordt enerzijds bepaald voor een geheel aan bewegingen, met uitzondering van de vrijgestelde bewegingen, voor een seizoen en anderzijds voor een bepaalde beweging. Het geluidsquotum wordt uitgedrukt in functie van de effectief waargenomen geluidsniveaus (EPNL) tijdens die operaties.

De geluidshoeveelheid per beweging (GB) wordt voor bewegingen van de vliegtuigen gecertificeerd volgens de normen van hoofdstuk 3 of 5 van deel 2 van de ICAO bijlage 16 als volgt berekend:

GB =10((G-85)/10)

waarin de variabele G vertegenwoordigt:

Voor elke landing: het gecertificeerde geluidsniveau in EPNdB van een vliegtuig bij zijn maximale landingsmassa gemeten op het naderingsmeetpunt min 9 EPNdB,

Voor elke opstijging: de helft van de som van de gecertificeerde geluidsniveaus van een vliegtuig in EPNdB op het laterale meetpunt en op het meetpunt waarboven bij het opstijgen gevlogen wordt, gemeten bij zijn maximale opstijgmassa, conform de voorschriften van de ICAO-bijlage 16.

Voor de bewegingen van vliegtuigen met een maximale opstijgmassa kleiner of gelijk aan 5,700 kg of van elk ander vliegtuig dat gecertificeerd werd volgens de normen van één van de hoofdstukken van deel 2 van de ICAO bijlage 16, uitgezonderd de hoofdstukken 2, 3 en 5, wordt de geluidshoeveelheid per beweging forfaitair vastgesteld op 1.

18 -

AMV/68637/1002

De hoeveelheid lawaai teweeggebracht door een bepaald geheel van bewegingen is de som van de hoeveelheid lawaai voor ieder van deze bewegingen individueel genomen.

2. vanaf 1 januari 2003 wordt het geluidsquotum per beweging vastgesteld op 12, met een éénmalige uitzondering van 6 maanden, onverminderd de toepassing van andere geluidsreglementeringen.

3. In vergelijking met de geluidshoeveelheid geproduceerd tijdens de zomer 1999 tussen 23.00 lokale tijd en 5.59 lokale tijd, berekend met de formule en de toelichting zoals hiervoor vermeld, bedraagt het geluidsquotum voor de zomer van 2003: maximaal 70 %. Tegen 1 december 2001 moet minstens 12 procent punten deze vermindering gerealiseerd zijn.

4. In vergelijking met de geluidshoeveelheîd geproduceerd tijdens de winter 1999/2000 tussen 23.00 lokale tijd en 5.59 lokale tijd, berekend met de formule en de toelichting zoals hiervoor vermeld, bedraagt het geluidsquotum voor de winter van 2003/2004: maximaal 70 %.

5. BIAC dient binnen de zes maanden na het afleveren van deze vergunning aan de vergunningverlenende overheid een afbouwschema voor te stellen per seizoen, tot minstens 70 % in de zomer van 2003 en de winter van 2003/2004.

6. Onder een seizoen wordt verstaan: 30 weken voor de zomer en 22 weken voor de winter conform de algemene IATA regels. Indien op grond van die regels de seizoenen met een week verlengd of verkort worden, worden de geluidsquota verhoudingsgewijs aangepast.

7. BIAC verstrekt aan de milieu-inspectie en de bestendige deputatie, ten laatste een maand na het einde van ieder IATA-seizoen, alle nodige inlichtingen om deze toe te laten na te gaan dat a11e bewegingen welke effectief werden verricht gedurende de perioden waarin de geluidsquota van toepassing zijn, met uitzondering van de vrijgestelde bewegingen, geen geluidshoeveelheid hebben teweeggebracht die hoger is dan degene vastgesteld door de geluidsquota.

8. Het aantal nachtbewegingen (periode van 23 tot 6 uur) per jaar mag maximum 25.000 bedragen. Het aantal vertrekkende vluchten mag niet hoger liggen dan het aantal vertrekkende vluchten in 1999.

9. Tijdens de nacht (23u-06u) geldt, vanaf 1 januari 2002, voor elke opstijging van een. luchtvaartuig via de courant

- 19 -

AMV/68637/1002

gebruikte runways (banen 20, 25R en 25 L in westelijke of zuidelijke richting) de immissiegrenswaarde Sound Exposure Level (SEL) in openlucht en buiten de (nacht) zone die de geluidscontour Laeq,nacht = 55 dB (A) omhult van maximum 90 dB(A). Als basis voor de LAeq,nacht-contour van 55 dB (A) geldt de situatie zoals deze was in 1998.

10. Tegen 01, januari 2002 dient een betrouwbare prognose gemaakt van de Laeq,nacht-contour die. tegen 0l juni 2003 wordt voorzien (op basis van nieuwe vliegprocedures)

11. De geluidscontouren en het aantal potentieel ernstig gehinderden, bedoeld in artikel 5.57.1.2. van titel II van het VLAREM, moeten jaarlijks worden berekend telkens voor het voorbije jaar (LDN, LAeq,dag en Laeq,nacht) Vanaf 2002, dus gebaseerd op de gegevens van 2001, dienen de geluidscontouren eveneens bijkomend berekend in de grootheden Lden en Lnight, met als tijdsperioden :

dag: 07u-09u, avond: 19u-23u, nacht: 23u-07u, en waarbij

Lden = 10lg 1/24( 12 * 10 Lday/10 + 4*10 Levening +S/10 + 8*10 Lnight+10/10)

waarin

- Lday het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2: 1987, bepaald over alle dagperiodes van een jaar;

- Levening het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2: 1987, bepaald over alle avondperiodes van een jaar;

- Lnight het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op 1ange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2: 1987, bepaald over alle nachtperiodes van een jaar;

12. Tegen 31 juni 2003 moet de zone binnen de geluidscontour Laeq,nacht = 55 dB (A) wat het aantal bewoners betreft minstens gehalveerd worden t.o.v. de referentiesituatie in 1999 (max. 17.000 inwoners t.o.v. 33.339 in 1998).

13. Tegen 1 juni 2003 laat de exploitant, in samenwerking met een erkend deskundige in de discipline geluid, een haalbaarheidsstudie opmaken inzake

· het kunnen garanderen gedurende de nacht van een maximale SEL-waarde van 80 dB per overvlucht of een geluidsblootstellingsniveau SEL van 55 dB(A)

20 -

AMV/686371002

binnenskamers per overvlucht tegen het einde van de vergunningsperiode.

  • het volledig uitbannen van vliegtuigen met een QC > 3 tegen het eind van de vergunningsperiode
  • deze haalbaarheidstudie wordt voorgelegd aan de vergunningverlenende overheid, de bestendige deputatie, de Afdelingen milieuvergunningen en -inspectie en de Afdeling algemeen milieu- en natuurbeleid

14. BIAC installeert tegen 1 januari 2001 een overlegcommissie die aan volgende minimale criteria dient te beantwoorden

Inzake samenstelling

  • Max. 10 vertegenwoordigers van de omliggende gemeenten
  • Max 2 vertegenwoordigers van de Bestendige Deputatie
  • Max. 4 vertegenwoordigers van de omwonenden, hiertoe uitdrukkelijk gemandateerd door de Bond Beter Leefmilieu
  • 1 vertegenwoordiger van de Bond Beter Leefmilieu
  • Max 4 vertegenwoordigers van BIAC en/of Belgocontrol D
  • Desgevallend kunnen erkende geluidsdeskundigen of betrokken afdelingen van AMINAL op vergaderingen van deze commissie uitgenodigd worden.

Inzake vergaderfrequentie

De exploitant van de inrichting is ertoe gehouden de leden van de commissie minstens één maal per kwartaal op te roepen voor overleg. Bij komende vergaderingen kunnen doorgaan op vraag van minimaal 1/3 van de hoofdelijke vertegenwoordigers. Van elke vergadering ontvangen de leden een goedgekeurd verslag.

Inzake inzagerecht

minstens volgende documenten dienen deze commissie ter beschikking gesteld:

  • de meetgegevens van het geluidsmeetnet

  • de vluchtgerelateerde meetgegevens

  • het milieubeleidsplan

  • het jaarlijks voortgangsrapport

Inzake doelstelling

Deze overlegcommissie heeft als minimale doelstelling de klachten van omwonenden te inventariseren, mogelijkheden

- 21 -

AMV/68637/1002

ter oplossing voor te stellen, en de omwonenden en de overheden in te lichten over de reeds gevoerde en de te voeren milieupolitiek.

Er dient een register van alle klachten bijgehouden te worden.

Deze commissie kan of mag geenszins een vervangende toezichtstaak uitoefenen.

Indien door een beslissing van de federale overheid een nieuwe overlegstructuur zou opgelegd worden, dan dienen de hierboven beschreven doelstellingen samen gelezen te worden met de verplichtingen opgelegd door de federale overheid. In geval van overlapping gelden de strengste bepalingen vervat hetzij in deze milieuvergunning hetzij in het federaal opgelegde overlegorgaan.

15. Op de grens van de toekomstige 55 dB (A)-nachtzone zijn vanaf 31 december 2003 bijkomende meetposten voorzien die toelaten de gestelde eisen te controleren (minstens één bijkomende meetpost per runway).

16. De geluidscontouren bedoeld in 10, het saneringsplan bedoeld in 11 en de haalbaarheidsstudie bedoeld in 12, worden door de exploitant bezorgd aan de afdeling Milieuvergunningen, de vergunningverlenende overheid, de bestendige deputatie, de afdeling Milieu-inspectie en de afdeling AMINABEL. Aan dezelfde instanties worden tevens per kwartaal de vluchtgerelateerde geluidsgegevens van het geluidsmeetnet van BIAC geleverd .".

17. in de mate dat de vluchtprocedures wijzigen ter uitvoering van een komende federale beslissing dienaangaande (zoals het optimaliseren van het gebruik van start- en landingsbanen), dient de exploitant een saneringsplan op te maken teneinde de hinder voor die gebieden waarin de overlast zal toenemen door vermelde beslissing, op te vangen. Dit saneringsplan dient uiterlijk vier maand na het van kracht worden van een dergelijke federale beslissing aan de vergunningverlenende overheid bezorgd, alsook aan de Afdelingen milieuvergunningen en -inspectie, de Afdeling algemeen milieu- en natuurbeleid, en aan het hoger vermelde overlegorgaan. Dit saneringsvoorstel dient alle in dit besluit reeds omschreven doelstellingen te integreren.

Art. 3.De overige bepalingen van het beroepen besluit worden bevestigd.

- 22 -

AMV/68637/1002

Art 4. Dit besluit wordt genoteerd in de rand van het notulenboek van de bestendige deputatie tegenover de notulering van de bestreden beslissing.

 

Brussel,29SEP.2000

 

 

 

 

de Vlaamse minister van Leefmi1ieu en Landbouw,

Vera Dua